Vriendschap en andere ongemakken.

Het is boekenweek. Het thema: vriendschap en andere ongemakken. De bibliotheek in den Burg schrijft een wedstrijd uit: schrijf een column van max. 450 woorden rond dit thema. Een column over vriendschap; hoe moeilijk kan dat zijn? Ik begin die avond vier keer opnieuw; de vonk wil niet komen.De volgende dag op de fiets naar huis denk ik na over vriendschap. Héb ik eigenlijk vrienden? En hoe weet je of iemand je vriend is? Er is een test voor; stel, je hebt een foto van jezelf in een gênante of compromitterende situatie; nakend met een stel vreemde dames en een ezel. Aan wie zou je die toevertrouwen? Dát zijn je echte vrienden. Dan heb ik dus geen vrienden. Ook geen ezel trouwens.

Er rijdt een taxi langs die naar me toetert. Ik zwaai naar de chauffeur met wie ik regelmatig koffie drink. Vroeger, op de lagere school, had ik wel twee vrienden; de een spreek ik nog zelden, ik denk vooral door mijn schuld. De ander werd doodgereden toen ze 18 was, Ik ga af en toe bij haar graf langs.
In het dorp haalt een politieauto me in. De politie is ook al je beste vriend, zeggen ze. Maar als de auto afremt, ben ik toch eerder benauwd dan blij om mijn beste vrienden te ontmoeten. Laat staan dat ik hen die foto zou geven.
Thuis ligt mijn zoon op de bank. Ik geef hem geld om lekkers te halen voor als we vanavond samen tv kijken. Ik bel de kinderen van jeugdclub. Ik vind het niet prettig om ze af te zeggen, met deze groep is de club ook voor mij wekelijks een plezier. Maar deze avond in hun gezellige rumoer doorbrengen met een zeer hoofd trekt me niet echt.
Daarna belt een collega, samen organiseren wij een scholingsweekend voor onze organisatie. We bespreken hoe stand van zaken en de situatie thuis; zij is ook ziek. Het gaat zeker rond. Tegen zessen loop ik met mijn zoon door het dorp naar mijn moeders huis waar mijn broer voor ons gekookt heeft. Onderweg groet ik een dorpsgenoot die met zijn keu onder de arm op weg naar zijn maaltijd is.
‘Het was mooi zaterdag!’ Refereert hij aan het concert van de fanfare waar ik mijn partij mee speelde. Ik bedank hem voor het compliment.

Terwijl ik bij mijn moeder de deur open, weet ik dat mijn kijk op vriendschap veranderd is, alleen al door eraan te denken. Misschien heb ik toch wel vrienden. Alleen nog steeds geen ezel.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s