Kind(s?)

Een aantal jaren geleden, in mijn magere periode (nog schraler dan nu? Jazeker!) kwam ik te werk bij een meneer, zo’n 10 km van mijn huis. Hij een relatief gezonde, jonge man van begin tachtig, ik de helft. Hij had net een nieuwe vriendin, ik ook. Boeken, muziek, buiten, de tuin, Texel,… we hadden veel dezelfde interesses en als ik daar kwam (om de week een paar uur) was het ook erg gezellig. Zijn vriendin iets jonger dan hij, ook een leuk, vrolijk mens waar ik het goed mee kan vinden. En zij samen,.. zo wil ik ook oud worden. Toen hij ziek was vroeg hij me tijdelijk elke week te komen. Dat tijdelijk bleef, de dag veranderde wel eens, de gezelligheid en de koffie bleef.
In de slag om werk en inkomen, waar ik van bijna dagelijks naar bijna niks en alles daartussen mijn hoofd boven  water en mijn broek op zie te houden, is zijn huis steeds een constante factor.Inmiddels wordt hij bijna negentig en is hij wankel ter been geworden. Zijn hoofd weet nog alles en wil nog van alles, maar het lijf begint het te begeven.
Elke week als ik daar ben, valt het me weer op hoezeer de ‘zorg’ voor een negentigjarig overeenkomt met de zorg voor een klein kind. Hij loopt rond in en om huis en doet wat hij op dat moment nodig vindt, soms dingen waarvan ik denk; laat mij dat nou doen.
Er gaat een soort antenne aan die ik herken van toen mijn kinderen klein waren; waar is hij, wat is hij aan het doen en kan hij dat zelf? Ik wil niet helpen als hij het zelf kan, aan de andere kant wil ik ook niet dat hij zich bezeert als hij iets wil doen wat hij niet (meer) kan.
Slaap hij nou? O ja, hij ademt nog.
Is hij niet gevallen?
Zou het niet te warm zijn zo in de zon?
Waarom zit hij nou daar in de schaduw? Zo warm is het niet.
Hoort hij nou de telefoon? Hij heeft die toch wel mee naar buiten?
Ik denk dan wel eens aan zijn moeder, in 1925, passend op een jongetje van twee. Het verschil is dat zij elke dag weer iets zag wat hij zelf kon, ontdekt had, geleerd had. Terwijl ik wekelijks bemerk dat eenvoudige, dagelijkse handelingen voor hem moeizamer gaan en soms helemaal niet meer.
En daarmee veranderd onze relatie en mijn functie. Langzamerhand heb ik steeds meer zaken van hem overgenomen;  kwam ik in eerste instantie voor het grote werk, zuigen, dweilen en de badkamer, inmiddels doe ik het hele huishouden en zo nu en dan ook de boodschappen. Gelukkig is het koffiedrinken net zo gezellig en belangrijk gebleven.
Laatst zaten we met zijn drieën aan de keukentafel, toen hij plots vroeg;
‘Wordt er nou aangebeld?’ Omdat dat niet zo was, zagen zijn vriendin en ik een mooie gelegenheid hem nog eens te plagen met zijn leeftijd en zijn gehoor. Gelukkig kan hij daarover hard mee lachen.
‘Ik hoopte gewoon dat er iemand kwam, die dan iets bij zich heeft waar ik blij van wordt’
‘Wat zou dat dan zijn?’ vroeg ik hem ‘Wat zou iemand u nu kunnen brengen waar u blij van wordt?’  (hoewel ik daar al zo lang kom, zal ik hem nooit gaan tutoyeren.)
Hij moest lang over zijn antwoord nadenken;
‘Dat ik weer eens kon fietsen.’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s