onderwijs (IV) 50 weken

Nog even terug naar de bijeenkomst van afgelopen donderdag. Gisteren schreef ik mijn brainstorm en uitstapje naar verschillende educatie filosofieën. Dat was echter niet wat ik op de avond zelf besproken heb. Op woensdagavond belde iemand van de organisatie van de avond in kwestie mij op om te vragen of ik misschien bereid was gespreksleider te zijn.  Bij het opnoemen van de stellingen trof de eerste mij direct; de andere heb ik nog wel beleefd aangehoord, ik was echter direct enthousiast en bereid.

Wat als de school 50 weken per jaar open is?  
Voor wie de clou niet direct ziet; momenteel is een school zo’n 40 weken per jaar open. Het onderwijs is de enige bedrijfstak met een van boven opgelegde vakantie periode.
De vraag is: wat zou er gebeuren als een school eens niet zes weken dicht ging in de zomer, maar het jaar rond (50 weken dus) onderwijs aanbood?
De eerste ‘angst’ die over tafel ging, was de behoeftes en belangen van het kind zelf. Een goeie zaak, want een onderwijsdiscussie zou over kinderen en leerkrachten moeten gaan, niet over ouders en economie, of tenminste niet in eerste instantie.
Het belang van het kind dus. Een kind kan geen maanden achter elkaar, dag in dag uit, naar school gaan. Die tien weken vakantie moeten de ouders, kinderen en school dus in goed overleg verdelen.
Ook kan niet iedereen tegelijk met vakantie, net als in elk ander bedrijf moeten er genoeg mensen aanwezig zijn om de zaak draaiende te houden.

Een volgende vraag: hoe ga je voorkomen dat kinderen een achterstand hebben opgelopen na vier weken wintersport?
Ook niet moeilijk te regelen, als elk kind zijn eigen programma en leerlijn volgt. Dat maakt het onderwijs heel persoonlijk en flexibel; een leerling zou dan ook op verschillende niveaus vakken kunnen volgen. Iemand die sterk is in taal kan dat op groep 7 niveau doen, terwijl hij zijn rekenen op groep 5/6 zit. Zitten blijven is dan ook niet mogelijk, omdat je gewoon je eigen programma volgt en toetsen doet waar je aan toe bent.
Docententeams zullen ook meer als zodanig moeten gaan werken; als team verantwoordelijk voor de gang van zaken bij alle kinderen. Zodat er geen of nauwelijks gaten vallen als iemand vakantie heeft.
Leerlingen die hun instructies en begeleid oefenen in groepjes of individueel doen, doen minder beroep op de docent als ‘uitlegmachine’ een docent hoeft niet klassikaal tien keer hetzelfde uit te leggen. Hij begeleid de leerlingen die dat nodig hebben, met het werk waarbij ze het nodig hebben. Degenen die zichzelf kunnen redden hoeven niet te wachten op een uitleg die zij al eerder gehad of al sneller begrepen hebben, zij kunnen zelf aan de slag met hun eigen werk op hun eigen niveau.
Daarnaast heeft de docent ruimte om zijn eigen kwaliteit in te zetten; een technisch vernuft gaat met een groepje een klok repareren, terwijl de muziekale leerkracht met een groep een musical instudeert.

Een leerkracht maakt zich zorgen over de groep, de grip op de groep van de docent, de verbondenheid van kinderen met elkaar als groep. Wij dachten dat het belangrijk was regelmatig groepsactiviteiten in te zetten en weken te plannen dat iedereen op school moet zijn voor schoolreisjes, toneel, projecten, presentaties,…

50 weken school heeft dus veel inhoudelijke gevolgen voor het onderwijs, en de meeste ten goede, vonden wij uiteindelijk.
Wensen in onze groep waren; snel inzetten, Texelbreed (dus alle basisscholen en de OSG) uitrollen en investeren in ICT; materiaal én gepersonaliseerde bij en nascholing voor alle leerkrachten en medewerkers.
Daarbij hoeven wij niet het wiel uit te vinden; er zijn dus al diverse scholen die een jaar rond programma aanbieden. Overleggen en leren van en met elkaar. En zo het onderwijs op Texel (en in de rest van het land) versterken. Ik ben voor!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s