Mijn landschap

300 jaar geleden was ik er nog niet. Of ik was er wel, onder de zee. Meters diep zout water; werkgebied van vissers, inspiratie voor dichters en toevluchtsoord voor verliefden en verlatenen. Niet toevallig zijn de tranen van mensen zo zout als de zee, of misschien is het andersom? Zoveel tranen zijn vergoten aan de kust dat de zee er zout van is. 

Nu lig ik bloot onder de genadeloze warmte van de zon, klettert de regen koud en nat op mij neer, waardoor mijn oppervlak veranderd van frisgroen in het voorjaar tot zwart en modderig in de herfst en de winter. Mijn vlakke horizon wordt begrenst door de onverzettelijke dijk, die mij beschermt tegen de zee, die bij tijd en wijle met geweld probeert mij terug te veroveren.
Het meeste houd ik van de lucht, die mij mogelijk liever is dan het water. De lucht die mij streelt, schoon blaast, droogt na de regen en verwarmt in de zomer. De lucht die geuren van gras, bloemen, vee en kuilgras verspreidt, sporen en zaden van nieuwe planten meebrengt en de vogels draagt.

Als in het voorjaar het jonge groene gras uitbundig uit de grond barst, kleuren mijn weilanden geel van de paardenbloemen en als de zon elke dag wat langer en hoger komt, klinkt het geblaat van lammeren in de vroege ochtend en roepen vogels naar elkaar dat het tijd wordt eieren te leggen.

In de zomer, als de boeren druk met maaiers en opraapwagen rondrijden, is de lucht zwanger van de geur van gemaaid gras en roepen de kieviten en grutto’s hun naam. In de zinderend warme middag kwinkeleert een leeuwerik, cirkelend in de lucht, steeds hoger tot hij niet meer te zien is. Zijn lied blijft.

Daarna komt de herfst, met koele lucht en regen. In de avond streelt het late licht van de lage zon over mijn uitgeklede velden. Het graan gemaaid, de mais als laatste laat stoppelvelden achter. De eerste ganzen doen zich tegoed aan de resten van de zomer, als zij zich niet voeden met de net ingezaaide wintertarwe.

In het donker van de winter glimt de koude grond en grazen ganzen en schapen naast elkaar. Als alles bevroren is, klinken de opgewonden stemmen van mensen op het ijs. De zon is laag en de helft van de dag kleurt de horizon in haar opkomen en ondergaan.

Op een dag vertrekken de ganzen weer, de dagen gaan weer lengen en het gras groeien.
Alles begint weer overnieuw.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s