Vier of vijf keer per week fiets ik βs morgens vroeg naar mijn werk. En met vroeg bedoel ik vroeg; het duurt nog maanden voor ik met daglicht op de fiets stap, en dat is dan ook na een paar weken weer voorbij.Β Lezers van de blog van mijn alter ego weten dat ik houd van donker, nachtelijk duister is ook een van de kernwaarden van mijn woonplaats, dus er zijn ochtenden dat ik onderweg niet zeker weet of ik mijn ogen open of dicht heb. Over zulke ochtenden gaat dit blog niet.
Een ochtend als die van drie april 2023, met een heldere hemel en een maan die groot genoeg is om mij te laten achtervolgen door een schaduw. Zoβn ochtend die uitnodigt tot op de weg fietsen en niet tot het aanklikken van mijn koplamp. Om je heen kijken in het donker is goed voor ogen die de halve dag op een computerscherm gefocust zijn. En dat kon deze ochtend. Het zicht is ruim, de wind duwt mij vooruit en er is niemand op de weg behalve ik. Zo glijd ik onzichtbaar door de wereld, zei het door een klein rammeltje in mijn voor rem niet geheel geluidloos. Vanmorgen ging het licht niet aan. Over zo’n ochtend gaat dit blog ook niet.